Na al die mooie woorden zouden wij toch graag meer

VERBELEN Christiane [fond or]Willen weten over onze nieuwe Voorzitster…[/fond or]

Ster: Ben je oorspronkelijk van Evere ?
Ik ben er niet geboren maar ik heb er tot mijn 30 jaar geleefd. Mijn vader en grootvader van vaderskant zijn in Evere geboren.

Ster: Wat oefende je als beroep ?
In het begin was ik lerares in het secundair onderwijs maar na acht jaar werd ik benoemd als studie-en tuchtprefect.

Ster: Sedert wanneer ken je « De Ster » ?
Sedert altijd zou ik durven zeggen. Ik vergezelde mijn vader, grote muziekliefhebber, op de concerten van de harmonieën in Evere en buiten Evere, Haren, Machelen, Humbeek, enz.

Ster: Speel je zelf muziek ?
Neen, ik volgde een beetje notenleer en ik speel wat synthesizer. Ik zou nochtans graag muziek kunnen spelen, maar ik heb geen tijd genoeg om te studeren.

Ster : Wat zijn je hobbies?
Ik ben dol op lezen, en ik lees in de twee talen. Wanneer ik tijd heb, een boek in twee dagen. Ik teken ook mandala’s. Tuinieren doe ik ook graag. Mijn vrienden ontvangen, met hen uitgaan en allerlei activiteiten doen.

Ster: Hoe ben je in ons bestuur geland ?
Door Paul, natuurlijk. Hij vroeg het mij dikwijls maar mijn arbeidsdagen waren zeer belast. Alhoewel, als Paul iets wil, dan laat hij niet los. Op zekere dag heeft hij me gezegd dat hij me bij het bestuur voorgesteld had en dat het een gedane zaak was, ik was voor heterdaad geplaatst!

Ster: Was het gemakkelijk de Heer Moreau op te volgen ? Was het een gemakkelijk erfenis?
Neen, zeker en vast niet. Een erfenis is niet gemakkelijk te sturen: men wil verder gaan met wat men gekregen heeft en tegelijkertijd veranderingen te doen. Veranderingen wekken angst op en toch zijn ze niet altijd negatief. De Heer Moreau had zijn ervaring, zijn leven, zijn ouderdom. Ik heb mijn eigen ervaring en ideeën.

Ster: Hoe zie je je rol als voorzitster ?
“Men verandert geen winnende ploeg » en ik zal ervoor zorgen verder te gaan op de actuele weg. Men moet immers weten dat nieuwe muzikanten aankomen, dat andere ons verlaten en dat men zich aan de veranderingen moet kunnen aanpassen. Er zijn bestaande gewoonten maar sommige kunnen verloren gaan of veranderen en er kunnen nieuwe genomen worden. Er waren reeds enige kleine wijzigingen maar bij deze aard van zaken moet men zich langzaam haasten.

Ster: Hoe beleefde je jouw eerste eindejaarsconcert ?
Eerst en vooral met emotie. Het concert was gewijd aan de heer Moreau en ik wilde hem de hulde brengen die hij verdiende. Ik ken de muzikale kennis van de chef en de motivatie van de muzikanten en, op dit gebied was ik gerust.
Ik wilde dus dat het geheel onberispelijk en stijlvol zou zijn maar er zijn altijd dingen die men kan verbeteren.

Ster: En de chef ? Laten wij ons er over praten ? Sedert wanneer ken je hem ?
Sedert lange tijd, vermits ik naar zijn concerten ging luisteren. Zijn ouders kende ik ook. Ik kende vooral zijn kinderen, vermits ze in mijn school ingeschreven waren. Maar jij, zijn echtgenote, is de persoon die ik heb moeten leren kennen.
De chef? In één woord, een “personage » !

Ster: Hoe kun je met zijn stress leven voor een groot concert ?
Ik weet hoe ik met hem moet omgaan in stresstijd (en hij met mij !) en alles was dus onder controle.
Ik voel zijn stress niet alsof ik een muzikant was of… zijn echtgenote.

Ster: Hoe zie je de toekomst van onze harmonie ?
Men moet zich niet achter doeken schuilen. Het wordt altijd moeilijker om jonge muzikanten te rekruteren voor harmonieën en zeker in Brussel. Toch is Paul altijd open voor nieuwe ideeën en hij heeft er ook veel. Men spreekt er samen over. De ideën gaan dan eventjes in de “broeipot” en komen er goed ontwikkeld uit. Wij kennen alle twee veel mensen in verschillende kringen en dat helpt om nieuwe projecten op voet te zetten.
Bepaalde dingen moeten ook gemoderniseerd worden, ze meer toegankelijk maken. Er is meer dan genoeg om zich bezig te houden.

Ster: Is er een bericht dat je aan de muzikanten en de chef zou willen mededelen ?
Ja, verder aan de mensen geluk te brengen door hun muziek. Door het oefenen van hun hobby, geven ze zichzelf plezier, ze scheppen vriendschapsbanden, ze ondersteunen zich elkander in de moeilijke momenten maar, vooral, tijdens de concerten, geven ze momenten van puur geluk aan dezen die naar hen komen luisteren.
Heeft Nietsche niet gezegd “zonder de muziek zou het leven een fout zijn”?
Ik raad hen dus aan zich het plezier niet te ontnemen muziek te maken en geluk aan de anderen te brengen. Dit zal aan iedereen ten bate komen.

Ik zou hen ook willen zeggen dat om De Ster nog verder vooruit te brengen, om hun projekten te doen slagen, om mij in mijn opdracht te helpen, ik iedereen nodig heb. Ik reken dus op hun medewerking en daarvoor dank ik ze hartelijk bij voorbaat.

In mijn naam en in de naam van de muzikanten wens ik jou veel succes in uw nieuw functie.
Wij zijn ervan overtuigd dat je dit met veel overgave zal uitoefenen.

Vertaling: G. Vanden Berghe